donderdag 10 november 2011

Leven na de dood (met dank [!]door Henk van Roekel)

Leven na de Dood?


In onze moderne tijd is de heersende opvatting: je leeft maar een keer. Je moet er dus het maximale uithalen. Ook worden er miljarden euro's uitgegeven om maar zo lang mogelijk te blijven leven. Maar is de dood wel zo erg?

Sinds een paar weken hebben we een leuk jong poesje. Vol levenslust en rare sprongen. We hebben dit poesje omdat de oude is doodgegaan.
Steve Jobs, de onlangs overleden oprichter van Apple, vond de dood ook een mooie uitvinding, want daardoor ontstaat er ruimte voor het nieuwe.
Maar voor een individu is het natuurlijk niet leuk om dood te gaan. Maar misschien valt het mee. Misschien blijft er iets van ons door leven.
Als we onbevooroordeeld op zoek gaan naar aanwijzingen kunnen we misschien iets vinden.

In het verre verleden zien we dat de meeste volkeren een sterk geloof hadden in een leven na de dood.

Epicuris, de griekse wijsgeer was een atomist. Hij geloofde dat alles uit atomen bestaat, en dat ons lichaam na onze dood ook uiteenvalt in atomen en verder blijft er niets over. Maar de grootste griekse wijsgeren zoals Socrates en Plato waren wel degelijk overtuigd van een leven na de dood. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de toespraak van Socrates tot zijn vrienden op de dag dat hij de gifbeker moet drinken. Onder andere zegt Socrates volgens Plato's Phaedo: En noemen wij dat niet de dood: de scheiding en de bevrijding van de ziel uit het lichaam. enz.
Ook de Egyptenaren en de Tibetanen waren overtuigd van een leven na de dood wat onder andere blijkt uit hun dodenboeken.

Maar dit alles is natuurlijk geen bewijs. Als we bewijzen willen kunnen we kijken naar

-wat mediums ons te vertellen hebben

-bijna dood ervaringen

-gedeelde doodservaringen of sterfbedvisioenen.

De meeste mensen denken bij mediums aan dit soort dingen: Ik zie uw overleden kind, man, of vriend achter U staan. Het gaat goed met hem/haar en ik moet doorgeven dat U verder moet gaan met Uw leven. Dit soort mededelingen zeggen helemaal niets. Kunnen ook geraden zijn of door telepathie verkregen zijn.

Bewijs kunnen we krijgen als we het leven en werken van Frederick W.H. Myers bestuderen. F. Myers was bij zijn leven school inspecteur in Engeland. Hij was van jongs af aan gefascineerd door de dood. Maar hij was niet tevreden met iets te geloven. Daarom was hij mede oprichter van de Society for Psychical Research.
In zijn leven heeft hij heel veel onderzoek naar paranormale zaken gedaan en veel boeken geschreven. Maar het echte werk begon pas na zijn dood in 1901.
Bij verschillende mediums over de hele wereld kwamen onsamenhangende berichten door met de mededeling dat ze naar de S.P.R gestuurd moesten worden.
Daar werden de berichten samengevoegd en kwamen er allerlei klassieke gedichten en werken tevoorschijn. Dit zijn de zogenaamde cross-correspondences.
Als meerdere mediums onbegrijpelijke mededelingen doorkrijgen van een onbekende persoon, en na samenvoeging en controle blijkt dat de informatie van de overleden Myers afkomstig moet zijn, dan kan dat geen telepathie zijn. En dan is het bewijs geleverd dat in ieder geval de intelligentie van de Heer Myers nog bestaat en kan communiceren.

Bijna dood ervaringen zijn voor het eerst verzameld door Dokter Elizabeth Kübler-Ross. Later heeft ook psychiater Raymond Moody onderzoek gedaan.
In ons land heeft de cardioloog dr. Pim van Lommel ook onderzoek gedaan en daarover het boek
Eindeloos bewustzijn
geschreven. Dr. van Lommel geeft regelmatig lezingen over dit onderwerp.

De belangrijkste kenmerken van een bijna doodervaring zijn:

Vrede en rust, de pijn is weg
Uittreden, boven je lichaam zweven
Verblijf in een donkere ruimte
Door een tunnel naar het licht
Landschap met prachtige felle kleuren, bloemen en muziek
Ontmoeting met overleden personen
Ontmoeting met wijs lichtwezen.
Levensfilm, waarbij je ervaart wat je een ander hebt aangedaan, door de ogen van die ander.
Het ervaren van een grens. Als men erover gaat komt men niet terug
Terugkeer in het lichaam. Meestal een nare pijnlijke ervaring

Erg opvallend van de BDE is dat het niet uitmaakt of je gelovig of atheist bent. Ook de cultuur waar je uit komt is niet belangrijk.
Na de ervaring zijn de meeste mensen wel gelovig of liever gezegd wetend geworden. BDE-ers zijn vaak erg veranderd, ze zijn spiritueel geworden, en hebben moeite het gewone leven weer op te pakken. En als de partner erg aards was ingesteld, kan dat grote problemen geven. Bijvoorbeeld een scheiding.

Beroemd is het verhaal van de patient die de verpleegster wist te vertellen waar ze zijn gebit had neergelegd toen hij hersendood werd gereanimeerd. Weer bijgekomen bleek dat de patient zijn hele reanimatie van bovenaf had gezien. En hij kon de verpleegster die zijn gebit kwijt was ook vertellen in welke la ze het had gelegd.
Uit de studie van dr. van Lommel blijkt dat ongeveer 20 procent van de bijna dood patienten een BDE heeft.

Naast de BDE's zijn er ook GDE's Dat zijn gedeelde doodervaringen of sterfbed visioenen.
Dit zijn ervaringen van de mensen die bij het overlijden aanwezig zijn geweest.
Het nieuwste boek:
Een blik op de eeuwigheid
van Raymond Moody gaat over dit onderwerp. De GDE's bevatten vaak dezelfde elementen als een BDE, maar nu word het gezamelijk ervaren.

Dr. Moody kwam tot het schrijven van dit nieuwe boek omdat een collega van hem, dr Jamieson, hem vertelde wat ze had meegemaakt tijdens het overlijden van haar moeder. Haar moeder kreeg een hartaanval en dr. Jamieson begon gelijk met hartmassage. Helaas werkte dat niet en de moeder overleed. Opdatzelfde moment zweefde ze samen met haar moeder boven het dode lichaam. In een hoek van de kamer zag ze een breuk in het universum waar een fel licht uit kwam en waar ze familie en vrienden uit zag zweven. Even later zweefde haar moeder samen met de vrienden naar dat licht en sloot het gat zich in een soort draaikolk. Ook het licht doofde. Nog veel meer van deze getuigenissen vind je in bovenvermeld boek van Dr. Moody. Veel mensen zien dat de kamer vervormt, vaak zien ze een soort grijze mist uit de borst opstijgen tijdens het overlijden. En ook wordt in die mist regelmatig een lichaam waargenomen dat opstijgt. Vermeld moet nog worden dat ongeveer 10 procent van de mensen die aanwezig zijn bij een overlijden dit soort dingen waarneemt.

Voor wie het bovenstaande nog niet genoeg is, is er nog de studie van Prof. Gary E. Schwartz. Professor in de psychiatrie, neurologie en chirurgie aan de universiteit van Arizona. Dr. Schwartz heeft een onderzoek gedaan naar leven na de dood met behulp van Amerika's beste mediums. Dit staat beschreven in
The afterlife experiments
uit 2002.
Om telepathie en voorkennis uit te sluiten werd ervoor gezorgd dat de Mediums de patient of zitter niet konden zien of horen en dat ze elkaar uiteraard ook niet kenden. Dan werden er allerlei vragen gesteld over overleden personen en alle specifieke antwoorden werden opgeschreven. Na afloop werd alles gecontroleerd en statistisch verwerkt. Ongeveer 80 tot 90 procent van de doorgekomen informatie bleek juist te zijn. Ook kwamen er regelmatig personen en informatie door die volledig onbekend was bij alle aanwezige personen, maar die later na controle toch juist bleek te zijn. Wie meer weer weten over dit onderzoek moet het boek met de tabellen en methodes maar lezen.

Persoonlijk heb ik geen bijzondere waarnemingen gedaan bij een overlijden. Wel heb ik van een verpleegster die ik goed ken gehoord, dat zij in een droom bezocht werd door een patient van haar die afscheid kwam nemen. De volgende dag bleek dat de betreffende patient overleden was.


Sceptici zeggen dat BDE's worden veroorzaakt door zuurstofgebrek van de hersenen. Maar iemand die alleen maar aanwezig is bij een overlijden zoals bij GDE's heeft natuurlijk geen zuurstofgebrek. Volgens de sceptici is bovenstaand verhaal trouwens allemaal onzin, want je bent tenslotte je brein volgens hersengeleerde Dick Swaab. Wat ik ervan begrijp is dat hersengeleerden bepaalde activiteiten kunnen koppelen aan bepaalde plaatsen in de hersenen door het plaatsen van electroden en het maken van scans. Maar hoe het precies werkt en waar het bewustzijn zit hebben de heren geen flauw idee over. Maar het feit dat je een BDE achtige ervaring kunt localiseren of triggeren zegt helemaal niets over de herkomst of inhoud van de ervaring.
Als je aan de afstemknop van een radio draait trigger je ook iets in schakelingen van de radio. Ook kun je met meetapparatuur lokaliseren waar de trillingen zich bevinden. Maar dat is toch niet het bewijs dat de uitzending in de radio word gemaakt? Want dat is precies wat Swaab en Dawkins en andere wetenschappers ons willen laten geloven.
Dit even terzijde.

Conclusie.
Als je bovenstaande onderzoeken onbevooroordeeld bestudeert kun je concluderen dat het heel waarschijnlijk is, dat een gedeelte van ons voortleeft na de dood van het lichaam. Het lijkt erop dat we nog steeds een individu zijn al of niet met een astraal lichaam dat kan communiceren met de levenden via mediums, verschijningen of in dromen. Wie daar meer over wil weten kan het boek
Na de dood, Wat kunnen we verwachten
van David Fontana lezen. Dit is gebaseerd op onderzoek en allerlei tradities.

Uiteindelijk echter zal alles oplossen in het grote tijdloze bewustzijn want alles wat zintuiglijk waarneembaar en alles wat denkbaar of voelbaar is, is tijdelijk en dus eindig.
Maar dat duurt nog een hele tijd en intussen kunnen we genieten van deze en eventuele volgende werelden.

Tenslotte kun je je afvragen waarom zou ik me druk maken over een leven na de dood? Ik zie het wel, ik leef in het nu en geniet zoveel ik kan. Dat is een goede vraag. Maar in de praktijk blijkt dat die houding meestal leidt naar een grote gehechtheid aan het materiele leven, angst voor de dood, en veel onrust. In onze samenleving moet je genieten tot je erbij neervalt en je leven moet altijd opwindend en spannend zijn. Bovendien worden er miljarden uitgegeven om maar zo oud mogelijk te worden.

Mijn belangrijkste drijfveer is gewoon nieuwschierigheid. Ik wil de waarheid weten. Hoe zit ik in elkaar, waar kom ik vandaan en waar ga ik naartoe. En ik hou niet zo van geloven, want als je iets gelooft hoeft het nog niet waar te zijn.

Henk van Roekel
Rijswijk, november 2011